Hivos - People Unlimited website

Header image

Doe je mee?

Met jouw hulp werken we hard aan een vrije, eerlijke en duurzame wereld.

Ik steun moedige mensen

Doe je mee?

Met jouw hulp werken we hard aan een vrije, eerlijke en duurzame wereld.

Ik steun moedige mensen
Sluiten
  • Ik doneer
  • Mijn gegevens

Ik steun moedige mensen

Draag bij aan een eerlijke, gelijkwaardige en inclusieve wereld.

Step 1

IK DONEER

  • Eenmalig
  • Maandelijks
  • 20,-
  • 50,-
  • 100,-
  • 6,-
  • 10,-
  • 15,-
  • IDEAL
  • Machtiging
  • Ik machtig Hivos om maandelijks het bovenstaande bedrag van mijn rekening af te schrijven.

Step 2

Mijn gegevens

Een film maken in oorlogsgebied

“Wie steunt er in hemelsnaam een knettergekke regisseur die tijdens een oorlog een film wil maken?” Mohamed Al-Daradji is een filmmaker uit Irak. In 1995 vluchtte hij naar Nederland waar hij zijn carrière begon als cameraman. Niet veel later maakte hij als regisseur korte films en reclames. Omdat hij zijn eerste speelfilm in Irak wilde maken, keerde hij terug naar zijn vaderland. Het vinden van financiering bleek veel ingewikkelder dan hij had gedacht. Al zijn 145 subsidieaanvragen werden afgewezen.

Toen hij in contact kwam met Hivos begon de bal te rollen. Hoewel wij niet zijn hele film konden financieren, verstrekten wij een startkapitaal van 10.000 euro. Het begin van wat later een succesvolle samenwerking bleek. Het bedrag stelde Mohamed in staat zijn film in productie te nemen. Toen hij eenmaal bezig was, lukte het hem om genoeg geld in te zamelen om zijn project af te maken. “Dit bedrag was de belangrijkste subsidie uit mijn leven.”

In 2003, terwijl de oorlog in Irak nog woedde, begon Mohamed in Bagdad met de opnames van zijn film Ahlaam. Op dat moment was er door het oorlogsgeweld en internationale sancties al tien jaar geen film in Irak gedraaid. Daarom hielp het Hivos Cultuurfonds Mohamed op de set met het opleiden van jonge Iraakse filmmakers.

Ahlaam speelt zich af in het Irak van voor en na de oorlog. In 2005 werd de film vertoond op het Internationaal Film Festival in Rotterdam (IFFR), waar het in de top vijf van beste films gekozen door het publiek eindigde.

Het terugbrengen van films in Irak

Door de oorlog stond er in Irak geen bioscoop meer overeind. Reden voor Mohamed om, wederom met steun van Hivos, het project Mobile Cinema te starten in 2007. Uitgerust met slechts een oude filmprojector reisde hij door Irak om zijn film te laten zien. Tijdens de première liep het storm. Honderden bezoekers en talloze journalisten kwamen erop af. Dat was echter niet zonder risico. In november 2008 werd het ministerie van Buitenlandse Zaken in Bagdad gebombardeerd door Al-Qaida. Daarbij kwamen meer dan 300 mensen om het leven. “De dag erna zetten wij stoelen neer en staken kaarsen aan. We brachten mensen samen om naar de film te kijken. Dat was heel emotioneel. Het bloed van de aanslag was nog te zien. Mensen staken honderden kaarsen aan om de slachtoffers te herdenken. Dat moment haalde over de hele wereld het nieuws. Heel indrukwekkend.”

Door het draaien van Ahlaam en de workshops en projecten die Mohamed in Irak en Jordanië organiseerde, lukte het hem om een nieuwe generatie filmmakers op te leiden. Dat bracht hem op het idee een onafhankelijk filmcentrum in Bagdad op te richten. Een initiatief met de intentie om door film schendingen van mensenrechten aan de orde te stellen. Aan dit Independent Film Center, dat werd opgericht in 2009, zijn inmiddels meer dan 150 jonge filmmakers afgestudeerd. Hivos steunde een aantal van de projecten van IFC.

De maatschappelijke kracht van film

In 2009 bracht Mohamed zijn film Son of Babylon uit. De film volgt een moeder tijdens haar zoektocht naar haar zoon die tijdens de Golfoorlog van 1991 vermist raakte. Uiteindelijk vindt ze zijn lichaam in een massagraf. Ze blijkt in staat de verantwoordelijken voor zijn dood te vergeven.

 

“Het concept van vergevingsgezindheid is vreemd in Irak. Het gaat altijd om wraak, om doden,” legt Mohamed uit. Het was dan ook baanbrekend dat een filmregisseur het idee van vergevingsgezindheid introduceerde. Dat bleek tijdens de première. Die lokte veel reacties uit. “Mensen zeiden dat ik dit idee uit Europa had meegenomen. Dat ik door mijn tijd daar het zicht op de realiteit in Irak was kwijtgeraakt. Maar toen de film overal gedraaid werd en zelfs acht keer op de Iraakse televisie werd uitgezonden, begonnen mensen me op straat aan te spreken. ‘Dank voor je film.’ Het bleek levens van mensen echt te veranderen. Nog steeds wordt er over de film gepraat.” Dat is precies wat Mohamed beweegt films te maken.

Film kan mensen raken en veranderen. Het kan levens verbeteren. En daarom is het zo belangrijk.

Irak vandaag de dag

Mohamed heeft net zijn laatste film afgerond. The Journey gaat over een vrouwelijke zelfmoordterrorist die gedurende de film aan haar missie begint te twijfelen. Het is de eerste film in 25 jaar die commercieel wordt uitgebracht in Irak. “Al mijn vorige films werden uitgebracht in Europa omdat er geen bioscopen waren in Irak.” De afgelopen vijf jaar zijn er in Irak steeds meer winkelcentra met bioscopen gebouwd. The Journey kan zo in 17 steden in première gaan. “Dit is zo belangrijk voor ons. We zijn de actie Een miljoen bezoekers gestart om reclame te maken voor de film. Iedereen moet ‘m zien.”

Een echte filmindustrie is er in Irak nog steeds niet. Iraakse instanties ondersteunen de ontwikkeling van commerciële films niet. “Ik ben nog steeds afhankelijk van de steun van Europese coproducenten,” legt Mohamed uit. “Ik hoop dat ik in de toekomst al mijn films helemaal in Irak kan produceren, maar dat is nu helaas nog niet mogelijk.”

Mohamed gelooft in de kracht van het samenwerken met organisaties als Hivos. “Voor mij gaat het om het verbeteren van de levens van mensen in moeilijke situaties – mensen in het Midden-Oosten, Afrika, in delen van de wereld waar de maatschappij niet op een goede manier gevormd is. We zijn geconfronteerd met oorlog, bezetting, terrorisme en dictators. Dan hebben mensen steun nodig van iemand anders. Hivos is als een opa voor me – hij heeft ervaring en kan zijn kleinzoon- of dochter helpen. Ik ben dankbaar.”